(Atentio of Alenconium in de middeleeuwen), hoofdplaats van het dept. der Orne, aan de Sarthe en de Briante, 24 mijlen ten westen van Parijs; 16,500 inw. A. bezit eene schoone gothieke kerk van onze Lieve Vrouw, korenbeurs, ruinen van een oud kasteel der hertogen, waarvan twee torens nog volkomen onbeschadigd zijn;een lyceum (sedert 1847), bibliotheek, een kabinet voor de natuurkunde en de natuurlijke geschiedenis, een observatorium, enz.
In de omstreken ijzer, granieten molensteenen. Groote nijverheid, handel in bombazijnen, piquéstoffen, calicots, katoenen stoffen, mousselinen, en alenconsch kant ; gehouwen steenen, zoogenaamde diamanten van Alençon. In de 10e eeuw was Alençon slechts een kasteel, door eenige huizen omringd ; in de 11e eeuw was het reeds eene belangrijke plaats, die tot een graafschap werd verheven, waarmede de heilige Lodewijk zijn vijfden zoon, Pieter, begiftigde. Het graafschap A. is dikwijls in andere handen overgegaan, werd in een hertogdom herschapen, en na den dood van Karel van Valois in 1525 weder aan de kroon getrokken, doch nogmaals daarvan gescheiden om aan den vierden zoon van Hendrik II te worden geschonken, terwijl het eindelijk na den dood van dien prins (1584) voor goed aan de kroon werd getrokken. A. is de geboorteplaats van Valazé en van Hébert (Père Duchesne). Het arrondissement A. telt 6 kantons (Carouges, Courtomer, Lemêle-sur-Sarthe, Séez, en Alençon, dat in twee kantons is gesplitst), 108 gemeenten en 72,443 inw.