Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Alava

betekenis & definitie

eene der in het noordoostelijk gedeelte van Spanje gelegene 3 baskische provinciën, tot het generaal-gouvernement Cantabriö behoorende. Deze prov. heeft eenen omtrek van 51 vierk. mijlen en telt eene bevolking van 80,000 zielen in 1 ciudad, 91 villas en 340 dorpen, met de hoofdstad Vittoria; de prov. is begrensd ten noorden door de provinciën Biscaya en Guipuzcoa, ten oosten door Navarra, ten zuiden en westen door Oud-Castilië.

Het klimaat is wegens den bergachtigen grond aangenaam en zacht en begunstigt den graanbouw en de ooftboomenkweekerij, de olijfboomen-teelt daaronder begrepen.De veefokkerij wordt er met goed gevolg gedreven. Rijke ijzer- en kopermijnen, en veel opleverende zoutbronnen vermeerderen den rijkdom aan voortbrengselen van deze provincie. Twee groote wegen of heerbanen, die haar doorsnijden in de rigting van Castilié naar Frankrijk en naar de meer noordelijk gelegene Baskische provinciën, strekken uitermate tot bevordering van het verkeer. De bewoners onderscheiden zich van de overige Spanjaarden door bedrijvigheid en vrije, krachtige ontwikkeling. Deprov.A. was lang onafhankelijk, doch stelde zich in 1200 onder het gezag der kroon van Castilié, onder Alfons IX, met behoud nogtans van hare privilegiën; zij is tegenwoordig ingedeeld in de districten Orduna, Vittoria, Salvatierra, Trevino en Bernedo.

< >