(Alanus de Insulis), bijgenaamd de universele doctor, geb. in hel midden der 12e eeuw, te l'isle, hetzij in het graafschap Venaissin, hetzij in het Bordelesche, of volgens anderen te Lille (Rijssel in Vlaanderen), gest. 1203, onderwees met goed gevolg de godgeleerdheid aan de hoogeschool te Parijs, en trachtte de wijsbegeerte meer ingang te doen vinden door haar te willen tooijen met de sierlijkheid van taal en de bevalligheden der dichtkunst. Op het laatst van zijn leven begaf hij zich naar het klooster te Citeaux.
A. heeft een aantal geschriften zoo in proza als in verzen nagelaten, die bijeen gebragt zijn geworden door pater Charles de Visch, Antwerpen, 1651, in fo. De meest bekende zijn : l' Anti-Claudien, wijsgeerig dichtstuk; een werk in het Latijn, door Antoine Vérard in het Fransch vertaald onder den titel van le Livre des Paraboles, Parijs, 1492.
Men meent dat er omstreeks den zelfden tijd nog een andere Alain de l'Isle geleefd heeft, doch die niet anders dan godgeleerde werken heeft geschreven.