(Barthold van), gest. 1646, was schout in zijne geboorteplaats Dordrecht en raadsheer van graaf Lodewijk van Egmond; hij was een der minst bekende, doch meest verdienstelijke geslacht- en wapenkundigen van zijnen tijd, en schreef, onder meer,een uitvoerig werk: Genealogicn ofte geslachls-afkomsten der hertogen van Gelre, Gulick, Cleve, Berghe, en der graven van der Marck, mitsgaders van verscheijde andere vorsten; ook eene: Genealogische Beschrijvingh van den Huyse van Egmond; enz.
(Maria Margaretha van), eene dochter van den vorige, heeft als dichteres naam gemaakt door de uitgave (Nijmegen 1654) van den Cleefschen Pegasus, een boekje niet zonder historisch belang, doch zeer zeldzaam. Ook gaf zij het hierboven eerstvermelde werk haars vaders na zijnen dood in het licht, door haar vermeerderd.
