1) A., zoon van Hercules enOmphale, voorzaat van Cresus.
2) A., zoon (Eneus en Althéa, Meleager’s broeder, bleef in den slag tusschen de Calydoniërs en Cureten om den kop en de huid van het catydonische everzwijn.
3) A., zoon van Damastor, was een der mededingers naar de liefde van Penelope.
4) A., de dienstknecht van Priamus, legde Paris te vondeling op de Ida, doch toen hij vijf dagen later eene beerin bij het kind vond, die het zoogde, nam hij den kleine met zich naar huis en bragt hem zelf groot.