Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cresus

betekenis & definitie

laatste koning van Lydië, uit het geslacht der Mermnaden, is vermaard door zijnen rijkdom. Omstreeks het jaar 559 v.

Chr. beklom hij den troon. Hij besteedde zijnen tijd aan vermaak-genieten, oorlog-voeren en kunst-beoefenen. Hij lijfde Pamphylië, Mysië en Phrygië tot aan den Halys bij zijn rijk in. Zijn hof was de verzamelplaats van wijsgeeren en letterkundigen. Eens liet C. zijne schatten en paleizen aan Solon zien, denkende den wijsgeer verbaasd te zullen doen staan; maar Solon zeide niets anders dan: “Wij kunnen niemand gelukkig noemen voordat hij dood is." C. was niet lang in het genot van zijn geluk; zich met de Assyriërs tegen Cyrus verbonden hebbende, werd hij geslagen in het gevecht van Thymbra, daarna belegerd in Sardes, zijne hoofdstad, waar hij de wijk genomen had; weldra werd deze stad stormenderhand veroverd (548 v. Chr.) en C. gevangen genomen. Hij werd vóór Cyrus gebragt, die eenen brandstapel liet gereed maken, om hem daarop te verbranden. Nu de waarheid inziende van hetgeen Solon hem gezegd had, riep hij uit: “O Solon, Solon!” Deze uitroep, die door Cyrus gehoord werd, redde zijn leven; want zoodra hij den overwinnaar had opgehelderd wat hem aldus had doen spreken, liet Cyrus, getroffen over de onbestendigheid der fortuin, hem van den brandstapel afbrengen, hield hem bij zich, en vereerde hem met zijn vertrouwen.

< >