een gehucht, dus genaamd naar de zijl (d. i. sluis) nabij Aduard ter lozing van het water aangelegd in het begin der 14e eeuw. In 1501 bouwden de Saksers hier een blokhuis, om de scheepvaart der Groningers te weren, waarom deze schans "Weer-Groningen" genoemd werd.
In 1515 werd de schans door de Groningers belegerd, den 17 Maart veroverd en tot den grond geslecht. Eenige jaren later weder opgebouwd , werd zij 14 Augustus 1580 door het volk van Rennenberg veroverd, door het krijgsvolk der Staten kort daarna hernomen, en 23 Mei 1581 door Rennenberg stormenderhand andermaal bemagtigd. In 1593 met staatskrijgsvolk bezet, werd zij door graaf Willem van den Berg met storm genomen en de geheele bezetting over de kling gejaagd; dit werd echter reeds in 1594 aan de Spanjaarden betaald gezet door graaf Willem van Nassau, die de schans insgelijks stormenderhand vermeesterde en de geheele bezetting (135 man) met haren bevelhebber kapitein Prenger, eveneens over de kling liet jagen. In 1672 (25 Julij) werd een troep van den bisschop van Munster, die hier een aanval kwam doen, door de onzen met groot verlies teruggeslagen. En toen in 1813 de Franschen ons land ruimden, werd ongeveer hier een schip, beladen met geld en met 32 gewapende douaniers aan boord, door Roelof Schenkel met acht andere schippersgasten overrompeld en naar Groningen opgebragt, waar het geld in 's lands kas werd gestort. ,