Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Abramson

betekenis & definitie

(Abraham), geb. te Potsdam 1734, beroemd stempelsnijder. Hoor zijnen 1780 als koninklijk medailleur te Berlijn gestorven vader Jacob A. gevormd, werd hij 1792 tot koninklijk medailleur en stempelsnijder benoemd, en stierf als muntmeester te Berlijn 1811.

Zijn naam werd voornamelijk gevestigd door eene reeks van gedenkpenningen op beroemde geleerden.

< >