Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Abgar

betekenis & definitie

algemeene titel der vorsten van het osrhoënische rijk te Edessa (137 vóór Christus tot 216 na Chr.). Onder de 28 koningen van dat rijk is vooral Abgar Uchomo (d. i. de Zwarte), een tijdgenoot van Augustus en Tiberius, vermaard geworden door zijne beweerde briefwisseling met Christus.

Die brieven, van welke het eerst melding gemaakt wordt door Eusebius, zijn evenwel onecht. Ook eene afbeelding van Christus, door dezen naar het heet aan A. gezonden, wordt reeds vroeg vermeld.