(de archipel der), omstreeks 200 in getal, van welke er 80 bewoond zijn door omstreeks 13,000 Zweden. Ze liggen in de Oostzee,aan den ingang van de golf van Bothnië, tusschen Stokholm en Abo, en zijn verdeeld in acht kerspelen.
Ze behoorden vroeger aan Zweden, doch sedert 1809 aan Rusland. In 1714 behaalde Beter de Groote in de nabijheid van deze eilanden op de Zweden zijne eerste overwinning ter zee. Deze eilanden, eene voortzetting van de -Scheeren”, vormen een gevaarlijken doolhof van klippen langs de kust. De bewoonde eilanden zijn vruchtbaar; verscheidene hunner (Lemland, Eckerò,Lumperland, Wado) hebben goede havens, en op het grootste, Åland genaamd, dat in 1854 door de Franschen bezet is geweest,ligt de bij die gelegenheid door de engelsch-fransche vloot vernielde vesting Bomarsund.
