Gepubliceerd op 14-06-2022

Scheede

betekenis & definitie

en ziekten daarvan. De scheede, vagina, is een buisvormig, uitermate rekbaar orgaan; zij verloopt eerst horizontaal, later verticaal, met een geringe bocht naar achter.

In normalen toestand liggen voor- en achterwand tegen elkaar aan, zoodat geen eigenlijke holte bestaat. Alleen in het boveneind (jornix vaginae) worden deze wanden uit elkaar gedrongen door het onderste deel (portio vaginalis) der baarmoeder, en dit gedeelte der scheede daardoor verdeeld in een voorste en achterste helft, laquear anterius en posterius. De binnenbekleeding der scheede lijkt op het eerste gezicht slijmvlies maar blijkt bij nader onderzoek een eenigszins veranderde huid te zijn; een laag plaatepitheel bedekt talrijke vaatpapillen (zie Huid) en afscheidende klieren ontbreken. De toegang der scheede draagt den naam van vulva. Het onderste deel van den scheedewand is geplooid en innig met endeldarm en pisbuis verbonden.De voornaamste ziekte der scheede is de ontsteking daarvan, colpitis of vaginitis. Deze is meestal het gevolg van onreinheid, vooral indien bij het dragen van een baarmoederring (pessarium), de scheede niet geregeld en behoorlijk wordt schoongemaakt. Daarnaast komt als oorzaak veel voor de gonorrhoïsche infectie, bij kinderen soms het indringen in de scheede van spoelwormen. Meestal vindt men de aandoening in den geslachtsrijpen leeftijd. Een bijzondere vorm, de colpitis senilis, doet zich voor bij oude vrouwen; hierbij komt het meer tot vorming van zweren, tengevolge waarvan de scheedewanden met elkaar kunnen vergroeien. Door woekering van schimmels (o.a. oidium albicans) ontstaat de colpitis mycotica. De verschijnselen bestaan in pijn en jeuk in de scheede, en slijmige of etterige afscheiding uit de scheede; de laatste is echter meestal afkomstig uit den hals der baarmoeder, en meer oorzaak dan gevolg der scheedeontsteking. De behandeling moet in de eerste plaats de oorzaak aangrijpen; verder zijn uitspoelingen der scheede met samentrekkende stoffen aangewezen.

Onder vaginisme verstaat men een zeer pijnlijke kramp van de scheede, die het gevolg kan zijn van plaatselijke aandoeningen (scheurtjes, ontsteking, abnormale ligging der scheede enz.), of van gedeeltelijk onvermogen van den man of ruwe pogingen om den bijslaap uit te oefenen. Bij herhaling dier pogingen wordt de coïtus steeds pijnlijker en gaat de vrouw er meer en meer tegen opzien. Eindelijk zijn er gevallen, waarin niets anders te vinden is dan een sterke overgevoeligheid der scheede, zoodat men van een neurose moet spreken. Plaatselijke afwijkingen moeten behandeld en de bijslaap tot aan de genezing verboden worden. In sommige gevallen werkt rekking der scheede (in narcose) nuttig.

De meest voorkomende gezwellen der scheede zijn: cysten, poliepen en kanker. Vreemde lichamen geven bij langdurig verblijf in de scheede aanleiding tot ontsteking daarvan. Door druk tijdens de baring, door verwonding, door verzwering enz. kan de scheiding tusschen scheede en urinewegen gedeeltelijk worden weggenomen en zoo een urinefistel ontstaan, van blaas of pisbuis naar de scheede.

< >