Gepubliceerd op 14-06-2022

Nagel

betekenis & definitie

in ‘t vleesch gegroeide, Unguis incarnatus. Hieronder verstaat men een meestal zeer pijnlijk en bij het gaan hinderlijk lijden dat in den regel voorkomt aan den grooten teen. Een zijrand van den nagel oefent daarbij een voortdurenden prikkel uit op de omgevende weeke deelen, die ontstoken worden en ten slotte etter gaan afscheiden.

De oorzaak is gelegen in 't dragen van nauwe schoenen en ’t met ronde hoeken afknippen der nagels. Het zoo ver mogelijk afknippen van den in het vleesch groeienden rand kan wel tijdelijke verlichting, maar geen genezing brengen en levert daarenboven gevaar op voor infectie, indien het zonder de noodige antiseptische voorzorgsmaatregelen geschiedt. Bij beginnend lijden gelukt het dikwijls het proces tot stilstand te brengen, door een telkens dikker strookje gaas tusschen den nagel en de huid te brengen. In meer gevorderde gevallen is echter operatieve verwijdering van een gedeelte van den nagel, liefst met nagelplooi en nagelbed, het eenig afdoend middel.

< >