een olieachtige, gele, eigenaardig riekende vloeistof, met scherp brandenden smaak; wordt bereid uit beukenteer. Om zijn hoogen prijs niet als antisepticum gebruikt.
Het verhindert door het dooden van kiemen het intreden van rotting. Op het Creosootgehalte van den rook, die bij het branden van het hout ontwikkeld wordt, berust het rooken van vleesch.C. wordt voornamelijk aangewend als plaatselijk gevoelloosmakend middel in de tandheelkunde; verder bij chronischen catarrh der luchtwegen en vroeger zeer veel bij longtering. Men gaf het dan in druppels of pillen.