Cyanose, blauwe verkleuring van huid en zichtbare slijmvliezen (lippen). Komt locaal voor bij belemmering in het afvloeien van het bloed, b.v. door knellende banden.
Algemeene cyanose is in den regel het duidelijkst in het gelaat (ooren, lippen), aan de handen (nagels) en aan de knieën. De oorzaak der blauwzucht (overlading van het bloed met koolzuur) is gelegen in een aandoening van hart of longen, waardoor stoornissen in den bloedsomloop en in de gaswisseling ontstaan. De chronische cyanose is meestal ongeneeslijk. De acute kan optreden bij asphyctische toestanden (inslikken van vreemde lichamen, inademen van schadelijke gassen); zie ook Asphyxie.