Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Doodsspreuk

betekenis & definitie

In de Edda (circa 1200) staat de dood beschreven van Balder, de zoon van Odin. In een optocht wordt de dode naar het strand gebracht en op een brandstapel gelegd van geurig hout, opgericht op zijn drakenschip Hringhorni. Het schip was met bloemguirlandes en tapijten versierd en al wat de held dierbaar was geweest werd hem meegegeven. In volle wapenrusting, met het zwaard in zijn handen, lag de geliefde dode op de houtmijt.

Balders vrouw Nanna stierf van droefheid bij deze aanblik en werd naast haar geliefde op de brandstapel gelegd. Odin naderde de brandstapel en fluisterde zijn zoon een doodsspreuk in het oor. Het was gebruikelijk de dode een zalige slaap toe te wensen. Het uitspreken van een wens of een gedachte is niet ongewoon. Het toevertrouwen van een geheim aan een geliefde dode kan psychologisch een verlichting zijn voor de achtergeblevene, die in deze met een probleem worstelt dat hij of zij niet aan een levende kwijt wil of hiertoe nooit in de gelegenheid is geweest. Dit is niet alleen een persoonlijke ervaring, het werd ook aangestipt in een groot landelijk onderzoek van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1964. In de stad Groningen nam in 1958 een arts afscheid van een oude patiënt door haar toe te spreken. zie ook: edda, wederganger, weduwenoffer.

< >