Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Boezem

betekenis & definitie

Ook wel boozem, is de rookvang van een schoorsteen. In oude tijden was het het grote gat (slop) in de hooizolder, waar een open vuur werd gestookt. De rook trok door het rieten-afplaggendek naar buiten. Deze opening in het dak was in de herfst en winter de enige verbinding tussen het veilige binnen met het onveilige buiten. Het plaatsen van de dode onder deze opening gaf de ziel de gelegenheid omhoog te stijgen en benam haar tevens de gelegenheid om in het huis te blijven ronddolen. Al is in geen enkele boerderij dit 'rookgat' nog aanwezig en zullen weinigen de oorspronkelijke betekenis er nog van kennen, traditiegetrouw zet men de dode de laatste minuten dat hij of zij onder 'eigen' dak vertoeft nog op deze plaats. zie ook: liekspier, slop.