I. golf; vague de chaleur, hittegolf.
II. 1. onbepaald, onbestemd, vaag, wazig; un vague homme de lettres, zo’n stuk schrijver; terrain vague, onbebouwd terrein; terres vagues, woeste gronden; 2. lege ruimte; vaagheid, ’t onbepaalde, onbestemdheid; avoir du vague à l'âme, een onbehaaglijk gevoel van onvoldaanheid hebben; les yeux dans le vague, starend.