Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Suite

betekenis & definitie

gevolg; vervolg, voortzetting; opeenvolging, aaneenschakeling, reeks, rij; verder verloop; samenhang; suite; suite ou prochain numéro, wordt vervolgd; suite et fin, vervolg en slot; manquer d'esprit de suite, manquer de suite, niet logisch (niet consequent, niet stelselmatig) denken; donner suite à, gevolg geven aan; uitvoeren; faire suite à, volgen op; prendre la suite des affaires, de zaken overnemen en voortzetten; à la suite de, ten gevolge van; ingevolge; à la suite de qn., achter iemand aan; à la suite l'un de l'autre, achter elkaar; officier à la suite, officier à la suite (boven de formatie); comme suite à..., ten vervolge van... [ons schrijven], in aansluiting aan...; dans la, later; dans la suite des temps, in de loop der tijden; de suite, achter elkaar; achtereen; ook; dadelijk, op staande voet; et ainsi de suite, en zo voort; tout de suite, dadelijk, terstond, onmiddellijk, direct, aanstonds, op staande voet; en suite de quoi, ten gevolge waarvan; par suite, bijgevolg; par suite de, ten gevolge van; wegens; par la suite, in het vervolg; later, naderhand, daarna; sans suite, zonder samenhang, onsamenhangend.

< >