overblijfsel, overschot, rest; restes, kliekjes; hetgeen iem. versmaad heeft; stoffelijk overschot; le reste des hommes, de overige mensen; demander son reste, om het restant manen; „terug” vragen; ne pas demander son reste, er maar gauw van doorgaan; lui donner son reste, hem duchtig aftroeven, dekselen; jouer son reste, zijn laatste geld inzetten; au (du) reste, overigens, bovendien; de reste, méér dan nodig, méér dan genoeg; maar al te goed; avoir... de reste, ...over hebben; être en reste, nog iets schuldig zijn; ’t antwoord schuldig blijven; il n’a pas voulu être en reste, hij is niet willen achterblijven.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk