I. nog eens roepen; terugroepen; herroepen; herinneren aan, doen denken aan; rappeler qc. à qn., iemand aan iets herinneren, iemand iets in herinnering brengen; rappeler qn. à la vie, iem. weer bijbrengen; rappeler son courage, weer moed vatten; rappeler ses cens (esprits), weer tot bezinning komen; rappeler le souvenir de, de herinnering wakker roepen aan;
II. se rappeler qc., zich iets herinneren, terugdenken aan.