Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Courage

betekenis & definitie

moed, manmoedig-, manhaftigheid, kloek(moedig)heid, durf, flinkheid; goede wil; ijver; avoir le courage de son opinion, voor zijn mening durven uitkomen; prendre courage, moed scheppen (vatten); zich vermannen; prendre son courage à deux mains, al zijn moed bijeenrapen, de stoute schoenen aantrekken.

< >