Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Rappel

betekenis & definitie

herroeping; het terugroepen (in ’t geheugen); verzamelsein, appèl; rappel à l’ordre, ’t tot de orde roepen; rappel à la question, aanmaning om zich tot de zaak te bepalen; rappel au règlement, verwijzing naar ’t reglement; rappel de compte, $ verzoek om aan te zuiveren; avoir un rappel, teruggeroepen worden [v. acteur]; battre (sonner) le rappel, verzamelen blazen; avec rappel à partir du..., met terugwerkende kracht tot; en rappel de, ter herinnering aan.

< >