Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Manier

betekenis & definitie

I. behandelen, hanteren, voeren [degen]; door de handen laten gaan, omgaan (omspringen) met; betasten; leiden, beheren, besturen, regeren [een paard]; bien manier la parole, goed zijn woord doen;

II. het aanvoelen; au manier, bij 't aanvoelen; op de tast.

< >