Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Lance, lancé

betekenis & definitie

I. lance: lans, speer, spie(t)s; straalpijp [v. spuit]; ijzeren punt [v. hek]; lancet; baisser la lance, de lans vellen; fig. de vlag strijken; courir une lance, een lans breken; rompre une lance avec (pour)..., een lans breken met (voor)...

II. lancé: 1. gelanceerd; goed geïntroduceerd in de wereld; aan de gang, op dreef; een beetje vrolijk, aangeschoten; une phrase bien lancée, een krachtig en vlot uitgesproken zin; 2. ’t opjagen (v. wild]; plaats waar ’t wild opgejaagd is.

< >