gat, achterste; achtereind, achterdeel; bodem, ziel [v. fles]; cul d’artichaut, vlezig deel van een artisjok; bouche en cul de poule, pruimemondje; faire le cul de poule, een pruimemondje zetten; arrêter sur cul, plotseling doen stilstaan; être à cul, vastzitten, met de handen in ’t haar zitten; mettre une charrette à cul, een kar met 't lamoen in de hoogte zetten; mettre un tonneau sur le cul, een vat overeind zetten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk