touw, koord, lijn; strop; vadem [maat v. brandhout]; draad [v. wollen stof]; pees [v. boog]; koorde [meetkunde]; snaar [v. instrument]; cordes vocales, stembanden; les grosses cordes du parti, de kopstukken van de partij; corde à sauter, springtouw; filer sa corde, voor galg en rad opgroeien; se mettre la corde au cou, zich een strop om de hals halen, zich binden.zijn eigen graf delven; avoir plusieurs cordes à son arc, meer dan één pijl op zijn boog hebben; avoir de la corde de pendu, altijd boffen; parler de corde dans la maison d'un pendu, onaangename herinneringen opwekken; toucher la corde sensible, de gevoelige snaar aanroeren; usé jusqu'à la corde, montrant la corde, tot op de draad versleten; kaal; „op”; afgezaagd; cela est dans mes cordes, dat is binnen mijn bereik, dat is van mijn gading, dat kan ik wel aan; en corde, gevlochten, opgerold.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk