De Formule 1 kent verschillende kleuren vlaggen, die worden gezwaaid door baancommissarissen om boodschappen aan de coureurs over te brengen.
Het klinkt als een fenomeen uit vervlogen tijden, maar er worden in de Formule 1-weekends nog altijd vlagsignalen gebruikt om te communiceren met de coureurs. De vlaggen worden ook digitaal op het dashboard van de coureurs getoond, en zijn in de vorm van gekleurde, knipperende lichtsignalen ook langs de baan niet meer te missen. Dit zijn de kleuren en hun betekenis:
- Geel: gevaar, snelheid minderen, niet inhalen.
- Geel/rood gestreept: snelheid minderen, er ligt iets op de baan (vloeistof, brokstukken, etc.).
- Groen: de situatie is weer normaal. Deze vlag wordt gezwaaid in het baanvak na het deel waar een bijzondere situatie heerst.
- Blauw: bedoeld voor coureurs die een of meerdere ronden achterliggen op de raceleider, wordt getoond waarmee zij op het punt staan te worden ingehaald door deze snellere deelnemers.
-Wit: er rijdt een langzaam voertuig op de baan. Dit kan een Formule 1-auto met problemen zijn, maar ook een ziekenwagen of ander dienstvoertuig.
- Rood: sessie onderbroken, alle auto’s moeten terugkeren naar de pitstraat.
- Zwart: gaat gepaard met het Startnummer van de betreffende coureur. Deze coureur is gediskwalificeerd en moet zich zo snel mogelijk melden in de pits.
- Zwart met oranje bal: gaat gepaard met het Startnummer van de betreffende coureur. Er is een technisch mankement aan het voertuig: de coureur moet zo snel mogelijk naar de pits.
- Zwart/wit diagonaal: gaat gepaard met het Startnummer van de betreffende coureur. Waarschuwing voor onsportief rijgedrag. Na meerdere waarschuwingen kan een zwarte vlag volgen.
- Zwart/wit geblokt: de sessie is ten einde.