Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Hamburger

betekenis & definitie

(1938, uit het Engels) plat, gebraden stuk gehakt

Hoog in het noorden van Duitsland, op het punt waar de Elbe zich van een rivier tot een bescheiden zeearm verbreedt, ligt de agglomeratie Hamburg. Deze belangrijke havenstad is een van de zelfstandige Länder van de Bondsrepubliek en telt meer dan anderhalf miljoen inwoners.

Halverwege de 19de eeuw namen emigranten uit Hamburg een vleesgerecht mee naar de Verenigde Staten dat daar mettertijd zou uitgroeien tot de populairste snelle hap aller tijden. Omstreeks 1884 noemde men dit vleesgerecht Hamburg steak. Niet lang daarna sprak men van Hamburger steak, wat rond de eeuwwisseling werd ingekort tot hamburger.

De grootste propagandist die dit gebraden stuk gehakt ooit heeft gehad was de Amerikaanse voedselhervormer J.H. Salisbury (1823-1905). Naar hem werd de hamburger omstreeks 1897 salisbury steak genoemd, een naam die je nog wel eens ziet opduiken in restaurants die zich te chic voelen om een hamburger te serveren.

De hamburger werd aanvankelijk zonder brood geserveerd. Het kadetje kwam er - zo meldt de Amerikaanse literatuur - omstreeks 1912 bij. In het begin van de jaren dertig verdrong de hamburger in de Verenigde Staten de hot dog als populairste snelle hap. Vanaf dat moment was de opmars van de hamburger niet meer te stoppen. Men zag het woord abusievelijk aan voor een samenstelling van ham en burger, hoewel er geen ham aan te pas kwam. Burger werd nu een achtervoegsel voor allerlei gerechten, zoals de cheeseburger en de whimpeyburger. Laatstgenoemde dankt zijn naam aan Wimpie, een personage uit de Popeye-strip. In Nederlandse woordenboeken is de hamburger voor het eerst aangetroffen in 1938, maar de opkomst van dit gerecht dateert van na de Tweede Wereldoorlog.

Engels Hamburger steak (1884); Duits Hamburger; Frans hamburger (!930).

Enkele andere vleeswaren:

De herkomst van casselerrib (Kasseier of Kajler in het Duits) is onzeker, maar sommigen brengen deze naam in verband met de Duitse stad Kassel. Dat het woord met een c wordt gespeld, komt doordat de ontlening verliep via de Franse vorm Cassel of op grond van een oudere Duitse schrijfwijze.

Parmaham, gerookte ham, is in een bepaalde klasse restaurants sinds enkele decennia in combinatie met meloen het meest geserveerde voorgerecht, maar heeft zich nog altijd geen plaatsje mogen verwerven in onze woordenboeken. Van oorsprong komt parmaham uit Parma in Italië, waar de hammen in de buitenlucht worden gedroogd. Inmiddels wordt ze ook in talloze andere landen gemaakt, waaronder Nederland. Italië heeft meermaals geprobeerd de naam te beschermen, maar tot nu roe tevergeefs.

Tartaar, gehakte biefstuk, dankt zijn naam aan het verhaal dat de Tartaren met lappen vlees onder hun zadel reden om die mals te maken. De correcte naam voor dit Mongoolse volk is trouwens Tataren. De foutieve vorm Tartaren ontstond in de middeleeuwen, door associatie met Tartarus, in de Griekse en Romeinse mythologie het rijk van de eeuwige duisternis.

De herkomst van berliner, een soort van boterhamworst, behoeft geen toelichting.

HAMBURGER: WNT V (1900) 1730; Wagenaar Ency. voedings- en genotmiddelen (1938) 392: Mencken Am. Lang. Suppl. / (1945) 427-428; Flexner / hear America talking (1976) 183-184; Rey-Debove Dict des anglic. ( 19902) 376; Merriam-Webster new book of word hist (1991) 21 I; OED (19932).