hamburger
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. zn. m. (-s), 1. bewoner van Hamburg ; 2. een soort van late aardappelen; II. bn., van, uit Hamburg.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
Hamburger - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Hamburg, of iemand afkomstig uit Hamburg Hamburger - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Hamburg betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Hamburg met het achtervoegsel -er Synoniemen Hamburgs
Ewoud Sanders (2019)
(1938, uit het Engels) plat, gebraden stuk gehakt Hoog in het noorden van Duitsland, op het punt waar de Elbe zich van een rivier tot een bescheiden zeearm verbreedt, ligt de agglomeratie Hamburg. Deze belangrijke havenstad is een van de zelfstandige Länder van de Bondsrepubliek en telt meer dan anderhalf miljoen inwoners. Halverwege...
Muiswerk Educatief (2017)
hamburger - zelfstandig naamwoord uitspraak: ham-bur-ger 1. plat schijfje gekruid gehakt ♢ mag ik een broodje hamburger van u? Zelfstandig naamwoord: ham-bur-ger de hamburger de hamburge...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Een opengesneden rond broodje met daartussen een gegrilleerd vleeskoekje van gemalen gebraden rundvlees. Gaat vaak vergezeld met chutneysaus of tomatenketchup.
Riemer Reinsma (1998)
Is er een verband tussen een hamburger en de Duitse stad Hamburg? Ja. Duitse zeelieden zouden dit tartaarvlees voor het eerst vanuit de Oostzeehavens naar Hamburg hebben meegebracht. Daar werd het vlees al snel op grote schaal geproduceerd en uitgevoerd. Emigranten uit Hamburg namen het mee naar de Verenigde Staten, waar het zeer goed in de smaak...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: