Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Dikkop

betekenis & definitie

Dikkop is in de betekenis 'groot glas jenever, dubbele borrel' in 1882 voor het eerst aangetroffen, in Nederland. Ook in Vlaanderen en Nederlands-Indië was deze borrel naam bekend. Er werd eveneens een bepaalde vochtmaat mee aangeduid - namelijk 10 cl en een glas van die inhoud. Speenhoff gebruikte het woord in 1921 in het liedje 'Dronken Tienus': Als tie 's morgens met 'n kater Naar z'n karwei toe moest Kocht ie onderweg 'n dikkop Voor de krampen en de hoest.

In Nederlands-Indië maakte het woord vooral opgang onder soldaten. In 1934 gebruikte S. Franke het in zijn boekje Jan Fuselier, dat speelt in die kringen: Ze gaan die dikkop nemen in de kantine, daar is-ie goedkoper dan in de kroegen. U weet niet wat een dikkop is? Maar de jongens weten het al lang. Ze zijn aan boord al die lange weken voldoende ingelicht. Ze weten dat een dikkop zoveel betekent als twee borrels. Je bestelt in de Oost trouwens zelden minder dan twee borrels tegelijk. Eentje, nu ja, als er geen centen zijn, maar twee is regel. En als je een kerel bent, haal je ze achter el- kaar uit. En 't zijn allemaal kerels [...]. Van een dronkeman zei men vroeger in Nederland hij heeft een dik hoofd.

In Vlaanderen is de borrel naam dikkop onlangs nog gehoord; in Nederland lijkt hij verouderd. De Duitsers kennen het verwante Dickkopf voor 'großer Schnaps'. In Chicago werd jenever omstreeks 1928 - de periode van de drooglegging - thick and thin genoemd.