Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

cyber-

betekenis & definitie

De golf aan cyberwoorden die ons nu overspoelt, gaat terug op een vondst van de Amerikaanse sciencefictionschrijver William Gibson. In 1982 lanceerde Gibson in een kort verhaal getiteld Omni het woord cyberspace voor een denkbeeldige, interactieve wereld, gecreëerd door computers. In 1984 gebruikte hij het nogmaals, nu in het boek Neuromancer, dat een bestseller werd. Opmerkelijk is dat Gibson er geen weet van had dat de door hem beschreven fantasie van ruimtelijk van elkaar gescheiden individuen die via computers met elkaar contact onderhielden in die tijd al gerealiseerd was. Althans, volgens Tim Jordan, de schrijver van Cyberpower. The Culture and Politics of Cyberspace and the Internet.

Hoe het ook zij: aanvankelijk werd cyberspace alleen gebruikt in het wereldje van computerfreaks, communicatiedeskundigen en sciencefictionliefhebbers, maar omstreeks 1990 brak het door in het algemene taalgebruik.

In de Engelstalige media brak toen een ware cyberplague uit, zoals Britse woordvorser Michael Quinion het heeft genoemd. In een paar jaar tijd verzamelde hij ruim tweehonderd samenstellingen met cyber-, merendeels eendagsvliegen. Volgens Quinion is de plaag inmiddels aan het afnemen, maar in het Nederlandse taalgebied is daar nog niet veel van te merken. Nieuw in 1999 zijn onder meer cyberfraude, cyberhelm, cyberkraak (‘Als gevolg van de cyberkraak werd de Witte Huis-site meer dan 24 uur uit de lucht gehaald om de beveiligingslekken te onderzoeken’), cybersonate, cybersupermarkt, cybertherapie en cyberveiling.

De woordenboeken stellen zich — begrijpelijk genoeg — terughoudend op. De Grote Van Dale (1999) vermeldt slechts cyberbucks, cybercafé, cybernaut, cyberpunk en cyberspace. Koenen (1999) voegt daar nog cyberseks, cybershop, cyberstore, cybertijdperk en cyberwereld aan toe. De eerste dateren uit het begin van de jaren negentig.

Overigens was Gibson niet de eerste die een woord vormde dat begint met cyber. De Franse wiskundige André Marie Ampère was hem al in 1834 voorgegaan met cybernétique, dat hij omschreef als ‘de kunst van het besturen’, en in 1948 schreef de Amerikaanse wiskundige Norbert Wiener een beroemd boek getiteld Cybernetics, or control and communication in the animal and the machine. Wiener definieerde cybernetica daarin als ‘de leer van de automatische regelings- en communicatiesystemen’. Uiteindelijk gaat cyber terug op het Griekse kubernètikos ‘bestuurs-, besturings-’.