Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

wippen

betekenis & definitie

Een vriendelijke en schertsende variant van het nog steeds (in sommige kringen) obsceen klinkende ‘neuken’ (hoewel dit woord ook ooit een eufemisme is geweest; de oorspronkelijke betekenis is immers stoten). Ook wel: een wipje maken. Het werkwoord ‘wippen’ (eigenlijk: spelen op een wip, een speeltuig) in de betekenis van ‘geslachtsgemeenschap hebben’ werd al opgetekend in de negentiende eeuw maar is allicht veel ouder. In de achttiende eeuw kende men ‘wipperij’ in de zin van geslachtsgemeenschap, coïtus. Dat woord is ondertussen verouderd.

In dezelfde eeuw kende men nog de werkwoorden ‘wipperwappen’ en ‘wipstaarten’. ‘Wipperwap’ was een versluierende benaming voor de vagina. Al deze woorden zijn thans verouderd. In de jaren zestig, toen er rellen uitbraken in de Haagse Schilderswijk, verklaarde ene Rinus de Wipper ten overstaan van tv-camera’s hoe vreselijk het bestaan in de Schilderswijk was. En als je eens lekker wilde ‘wippen’, zei hij, kon iedereen meeluisteren. Naast het werkwoord ‘wippen’ wordt tegenwoordig ook de uitdrukking ‘de wip (of: een wipje) maken’ gebruikt (zie Reinsma. 1984).

Hoe zou jij het vinden als ik vanmiddag met een andere vrouw had liggen wippen?

Lydia Rood: Gedeelde genoegens. 1996

Ik was nooit echt verliefd op de jongens met wie ik naar bed ging. Het waren gewoon leuke boys om mee te wippen.

Nieuwe Revu, 27-10-99