Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

wc

betekenis & definitie

Plaats waar men zijn behoefte* kan doen. Een afkorting van het Engelse ‘water closet’, dit is een toilet* met waterspoeling. Een ‘closet’ is een afgesloten ruimte. Volgens het WNT door de Engelsen zo genoemd ‘omdat deze bij hen meestal met een watervergaarbak in het bovenste der woning verbonden zijn, uit welken een pijp water in de holte voert, waarin de uitwerpsels vallen’. Met wc bedoelen we zowel het kamertje als het toestel dat daarin staat en waarrond vroeger een reukje hing.

Het ‘kleinste kamertje’ werd destijds geassocieerd met vieze dingen (urine en fecaliën). Er bestaan talrijke informele tot platte Nederlandse benamingen: bestekamer*; (geheim) gemak*; huisje*; plee*; retirade*; kakhuis; schijthuis (o.a. door Erasmus gebezigd. Overigens ook een heel oud slangwoord voor een prostituee en een informele term voor een lafaard) enzovoort. De meest neutrale term vandaag de dag is echter ongetwijfeld wc. In het begin van de twintigste eeuw werd deze afkorting vaak schertsend verlengd tot de fantasievorm ‘Winston Churchill’. Tegenwoordig wordt wc niet meer zo aangevoeld als eufemisme. Dat komt o.a. doordat het taboe rond de natuurlijke* behoeften lang niet meer zo groot is als in de negentiende eeuw.

Die Wc was min of meer het privé-kantoor van de Vrouwendief...

Willem van lependaal: De commissaris kan me nog meer vertellen. 1951

Met samengeklemde kaken rende ik naar de wc, maar terwijl ik de bril omhoog klapte zag ik dat er een motvisje in de pot liep.

Jan Wolkers: Gesponnen suiker. 1963