(Uit Engels peacekeeping*) Handhaving of herstel van de vrede in een bepaald gebied door een VN-troepenmacht. De term klinkt positiever dan zeg maar onlustenbestrijding. In militaire kringen probeert men angstvallig het woord oorlog te vermijden want dat wordt in de volksmond al gauw geassocieerd met talrijke gesneuvelden. Een gewapende strijd wordt daarom vaak gereduceerd tot een conflict* of een confrontatie*. Toch kan men ervan uitgaan dat ook hier doden en gewonden vallen en dat er gruwelen gebeuren, eigen aan een oorlog.
De activiteiten van de militairen in Kosovo en Bosnië lijken opvallend sterk op de ‘pacificerende*’ taken van koloniale regeringen. Eens te meer blijkt dat in oorlogssituaties soldaten zich niet altijd netjes aan de regels houden. De grens tussen ‘peacekeeping*’ en ‘peace-enforcing’ is ondertussen ook erg vaag geworden. Nederland kwam in eerste instantie voor ‘vredeshandhaving’ naar Srebrenica maar de resultaten zijn bekend.
Nadat de Amerikanen het gros van de luchtacties voor hun rekening hadden genomen, kregen de Europese NAVO -partners amper voldoende mensen op de been om naar de Balkan te sturen voor ‘vredeshandhaving’.
Elsevier, 27-11-99