Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

straatmadelief(je)

betekenis & definitie

Een ietwat poëtische en daardoor meer neutrale term voor een prostituee. Het kan immers slaan op om het even welke wandelaarster. Bij Boekenoogen kreeg het woord nog een onschuldige omschrijving mee: ‘meisje dat veel langs de straat loopt’.

In 1996 ging in België een onderzoek van start aan het departement politieke en sociale wetenschappen van de UIAZ in opdracht van de vzw Payoke. Naar aanleiding van de analyse van het woordgebruik werd aan een aantal journalisten ook de vraag gesteld welke termen ze gebruiken om een prostituee te omschrijven. Twee journalisten verklaarden alleen de term ‘prostituee’ te gebruiken, en een derde zei deze term in negen van de tien gevallen te gebruiken, bij uitzondering aangevuld met de term ‘straatmadeliefje’. Deze persoon wees het gebruik van de term ‘hoer’ expliciet af, omdat deze term ‘zo denigrerend klinkt’. Een vierde journalist antwoordt op deze vraag met ‘neutrale termen’, zonder deze te specificeren. In het Amerikaans-Engels is ‘streetwalker’ als eufemisme erg geliefd. Vgl. ook nog asfaltbloem*.

Naast de slaapstee houdt men spel, en de onnoozele pekbroek, maandenlang gespeend van vrouwenoogen..., struikelt over de eerste straatmadelief de beste.

]. van Rijswijk: Geschriften, redevoeringen en brieven. Met een levenschets door M. Rooses. 1908, geciteerd in WNT

Ik wilde absoluut geen straatmadelieven of modderbegonia’s. Mijn klanten kwamen uit de beste kringen, waar men bereid was goed te betalen voor vrouwen die iets te bieden hadden.

Xaviera Hollander: De Happy Hooker. 1982

< >