Samenwonen zonder wettig getrouwd te zijn. Volgens het WNT bestond vroeger onder polderwerkers de gewoonte een huwelijk te sluiten ten overstaan van de putbaas. Het paar werd geacht in de echt verbonden te zijn, als het over de puthaak was gestapt. Een gelijkaardige vorm van huwelijkssluiting was eveneens onder zigeuners in gebruik. Het woordenboek citeert o.a. Ter Laan, Stoett en Prick van Wely: ‘Ontrouwe “over den puthaak” getrouwde mannen.’ Van Dale omschrijft deze uitdrukking met een ander eufemisme: in vrije* liefde samenwonen.
Affijn, me vader trouwde met me moeder. Bij Loekie thuis leve ze zo maar over de puthaak, maar normaal gesproke gaan de ouders eerst, of later, naar het stadhuis.
Willem van lependaal: De commissaris kan me nog meer vertellen. 1951
De donderdag was een geliefkoosde dag om huwelijken te sluiten. Een paar dat niet wettelijk of voor de kerk getrouwd was, heette ‘over de puthaak getrouwd’ te zijn. Bij de zigeuners en woonwagenbewoners werd het huwelijk dan ook letterlijk boven een put gesloten, met het jonge paar aan weerszijden van de puthaak die over de put was gelegd.
joel News, 01-03-99, webpagina