Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

opstappen

betekenis & definitie

(1) Sterven; doodgaan. Vgl. heengaan*, dat in dezelfde zin wordt gebruikt.

Toen hij op het punt was van op te stappen.

A. Pierson: Adriaan de Mérival. Een leerjaar. 3 dln. 1866, geciteerd in WNT

(2) zijn ontslag indienen (meestal onder druk). Mensen in hoge functies treden niet af, nee ze ‘stappen op’ of ‘treden terug’. De betrokkenen kunnen ook aangemaand worden ‘een stapje opzij te zetten’. Dat klinkt milder dan het onterende woord ‘ontslag’. Met dergelijke synoniemen wil men het gezichtsverlies camoufleren. De ambtenaar in kwestie is niet echt verdwenen (afgevoerd*) maar naar de achtergrond verschoven.

Deze week zijn bij andere bedrijven wel vijf bestuurders voortijdig opgestapt.

HP/De Tijd, 08-10-99

Begin jaren negentig werd de WAO politiek urgent toen het aantal arbeidsongeschikte werknemers het miljoen naderde. Toenmalig minister-president Lubbers verbond er zelfs zijn politieke lot aan. Mocht dat aantal werkelijkheid worden, dan zou hij opstappen.

NRC Handelsblad, 03-12-99

Net nu Vitesse met Ronald Koeman eindelijk een trainer met gezag heeft en het A-team en de jeugd zich positief ontwikkelen, stapt voorzitter Karel Aalbers op. Of beter: is Karel Aalbers door de Raad van Toezicht van Vitesse en door hoofdsponsor Nuon gedwongen als voorzitter af te treden.

Trouw, 16-02-2000