Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

oplopen, wat (iets) -

betekenis & definitie

Een geslachtsziekte krijgen. Als aantekening van Boekenoogen (vóór 1930): ‘Een huzaar die wat opgeloopen had.’ Een synoniem is: averij* hebben. Andere eufemismen zijn o.a.: pech* hebben; in de prijzen* vallen; Spanje* gezien hebben.

‘En jongen, vertel het maar eens, wat is er aan de hand?’ ‘Ik heb-eh, geloof ik, wat opgelopen, dokter.’

Haring Arie: Tweede boek. 1969

< >