Annexatie van een gebied met geweld of via slinkse middelen. De partij die de ‘grenscorrectie’ wil doorvoeren, is niet bereid om zelf gebied af te staan. Deze term, die eind jaren vijftig in zwang kwam, werd door de Nederlandse regering gebruikt met betrekking tot haar aanspraken op Duits gebied na de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig wel in ruimere zin gebruikt (zie tweede citaat). Het
‘Winkler Prins Jaarboek’ 1958 neemt het woord op in de rubriek ‘Nieuwe woorden in onze taal’. Vgl. Engels ‘rectification of frontiers’.
Deze keer kon Budapest niet lachen met de ‘eenzijdige grenscorrectie’ van Bratislava.
De Standaard, 06-06-9-9
Op 30 december vorig jaar wist Amsterdam via allerlei slinkse procedures het stukje Houtrakpolder waarin Ruigoord ligt, via een grenscorrectie binnen de Amsterdamse gemeentegrens te krijgen. Sterker nog: Amsterdam is zelfs al bezig met het graven van de Afrikahaven.
De Groene Amsterdammer, 09-09-99
De totale onafhankelijkheid die de Kosovo-Albanezen willen, is onbespreekbaar voor Rusland en China, twee permanente leden met vetorecht. Ook Westerse regeringen zijn bang voor het precedent van grenswijziging, beducht als ze zijn voor een ‘GROOT-ALBANIË’.
NRC Handelsblad, 23-03-2000