Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

gemeenschap hebben

betekenis & definitie

Verkorting van ‘vleselijke* gemeenschap (of conversatie) hebben’: geslachtsgemeenschap hebben. Net als bekennen* populair in bijbelvertalingen. In preutse kringen wil men al te expliciete omschrijvingen van de geslachtsdaad omzeilen.

De keuze voor een vaag woord als ‘gemeenschap’ vermijdt ongewenste associaties met seks. Ook is het een goed alternatief voor meer technische termen zoals coïtus en copulatie. In de negentiende eeuw hadden man en vrouw ook ‘lijfsgemeenschap’.

Ik stel mij voor hoe mijn ouders gemeenschap hebben gehad in dat Balikpapan van mijn jongetjesjaren, - pas later heb ik mij gerealiseerd wat dat geschuif en gekraak, dat gehijg en zachte woorden zeggen kan zijn geweest,...

Jeroen Brouwers: De zondvloed. 1988

En heb je (nog) geen gemeenschap of opvliegers, dan kun je maar het beste vast preventief gaan slikken.

De Groene Amsterdammer, 09-10-96

Ik moest echt duidelijk vertellen hoe ik kon weten dat Robby en Gerrie gemeenschap hadden.

Nieuwe Revu, 03-11-99

Tijdgenoten stelden openlijk de vraag of de echtelieden gemeenschap hadden.

Vrij Nederland, 19-02-2000