Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

famiiiejuweel

betekenis & definitie

Schertsende en eufemistische benaming voor het mannelijk geslachtsdeel. Ook gewoon juweel.* Meestal (maar niet altijd) in de meervoudsvorm. Eigenlijk: het kostbaarste bezit (van een man) want noodzakelijk voor de voortplanting.

Eveneens in het Franse argot (bijoux de familie, in die betekenis reeds opgetekend bij Diderot) en in het Engelse slang (family jewels). Vgl. edele* delen. De huidige piercingmode lijkt deze stokoude benaming nieuw leven in te blazen.

Huiverend keken de rekruten toe hoe de chef kalm lachend een op de grond liggende tegenstander uitschakelde met een ferme schop in zijn ‘familiejuwelen’.

Vic De Donder: En we zijn er van de klas. Soldatenleven in het Belgisch leger na ’45.1988

Wij verwachten binnenkort een gloednieuwe trend: Copydick kijken. Met de ‘Copydick’ kan iedereen namelijk een dildo maken die exact de vorm heeft van zijn eigen familiejuweel.

Nieuwe Revu, 15-03-2000