Wellicht de meest elegante omschrijving van smeergeld. Ook in het Engelse taalgebied als eufemisme opgetekend: douceur. Letterlijk betekent het suikergoed, snoepgoed, lekkernij. Het woord werd in de achttiende eeuw ontleend aan het Frans.
Het WNT citeert o.a. het ‘Nederlandsch-Indisch Plakaatboek’ (1602-1811). Illegale activiteiten klinken over het algemeen veel vriendelijker in een vreemde taal. De verkleinvorm moet deze (verwerpelijke) daad bagatelliseren. Zie ook nog commissiegeld* en donatie*.
Hij toonde zich gevoelig voor een douceurtje en dat werd breed uitgemeten in een televisie-uitzending en in Nieuwe Revu.
Vrij Nederland, 07-11-98
Medicijnfabrikanten die artsen of apothekers cadeaus of andere douceurtjes aanbieden, riskeren een boete tot 200 duizend gulden.
de Volkskrant, 26-02-99
Het bedrag wordt niet overgemaakt als douceurtje van het bedrijf, maar als gift van de directeur persoonlijk.
Elsevier, 15-01-2000