Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

club

betekenis & definitie

Bordeel. Deze term is erg populair in contactadvertenties. Ook wel: club voor heren. Ouderwetse benamingen zijn: huis* van plezier; rendez-vous*-huis; publiek* huis.

De moderne variant is het relaxhuis*. In het Engels wordt een bar vaak eufemistisch een club genoemd. Om de lokale drankwetgeving te omzeilen wordt de bar in feite voorgesteld als een sociëteit.

De peepshow heet een Kijk-Studio. Een bordeel heet een club. Een temeie heet een stoeipoes.

NRC Handelsblad, 28-12-83

Geregeld treft de politie in deze clubs illegale prostituées aan die onder dwang moeten werken.

de Volkskrant, 13-08-99

Bovendien is nauwelijks na te gaan wat de samenstelling is van clubs, privé-huizen en raambordelen. NRC Handelsblad, 13-10-99

club: van de-- zijn

Homoseksueel zijn. De uitdrukking ontstond in de jaren vijftig in cockringen. Veel bestuurders moesten destijds nog een dubbelleven leiden en maakten gebruik van schuilnamen. Op grond van een wetsbepaling uit het begin van de negentiende eeuw werden sodomieten, die seksueel met minderjarigen verkeerden, in de gevangenis opgesloten. Homoseksuelen werden in die periode nog volop gediscrimineerd. De oprichters van de organisatie die tegenwoordig de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit heet, konden er in het dagelijks leven nog niet voor uitkomen dat ze zich inzetten voor de integratie van homoseksualiteit in de samenleving, laat staan bekennen zelf homoseksueel te zijn. Van 1946 tot 1948 opereerde de vereniging nog onder de naam ‘De Shakespeare Club’, een dekmantel (want een cultureel-opvoedende naam) voor de ontmoeting met soortgenoten. De naam was niet willekeurig gekozen. Shakespeare zou immers een aantal sonnetten geschreven hebben met een duidelijke homo-erotische teneur. Mogelijk was het de bedoeling van de oprichters om de club op te heffen zodra het uiteindelijke doel (integratie) bereikt was. Uitdrukkingen zoals ‘van de club zijn’, ‘gevoelsgenoten’, ‘zo zijn’ en ‘van de familie zijn’ benadrukken het eigene van de homoseksuelen en tegelijkertijd het verborgene voor buitenstaanders.

Bill was wel ruig.... maar een jofele kerel, je kon eigenlijk helemaal niet aan hem zien dat ’ie van de club was, zoals zoveel van die andere mietjes die op het plein rondscharrelden.

Haring Arte: De Sarkast. 1989

Die twee Goudkontjes, Henk, zijn in het echt nou eens wel van de club!

Nieuwe Revu, 05-04-2000