Onder mariniers een eufemistische uitdrukking voor het bezoeken van een café bij het passagieren; er eentje gaan pakken op het vaste land. Oorspronkelijk betekende het: een extra oorlam of borrel. De oorlam werd echter bij de marine al in 1846 beperkt en in 1895 geheel afgeschaft.
Bij de koopvaardij betekende de uitroep ‘bezaansschoot aan’ dat er een oorlam geschonken werd. Daarvoor werd het volk altijd op het achterschip gefloten, waar het anders alleen kwam om de bezaansschoot aan te halen. De uitdrukking wordt vermeld door Albert Chambon in zijn boek ‘Marinetermen’ (1941).