Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

abortus

betekenis & definitie

Het afbreken van de zwangerschap (ten onrechte zwangerschapsonderbreking* genoemd, want dat veronderstelt dat het maar tijdelijk zou zijn). Abortus is een Latijns woord (rond 1856 in onze taal geïntroduceerd), eigenlijk een verkorting van ‘abortus provocatus’, kunstmatige vruchtafdrijving. Dit laatste woord is ongenadig direct. Alleen mensen die de praktijk moreel verwerpelijk vinden gebruiken de veel duidelijker Nederlandse benaming. Met een vreemd en geleerd klinkend woord als abortus (dat in de oudheid overigens miskraam of ‘misgeboorte’ betekende, maar wie weet dat nog?) kan de werkelijkheid een beetje verdoezeld worden.

Adèle Bloemendaal zong ooit een liedje met als titel ‘Abortus’: ‘Als de paus ooit zwanger raakt. Ik wil wedden, dat hij het kind wegmaakt. Men moet abortus provoceren. Wil men niet aan mekaar creperen.’ Tegenwoordig wordt abortus niet meer als eufemisme aangevoeld. In de late negentiende en het begin van de twintigste eeuw was het dat nog wel. Toen zei men ook gemeenzaam van een vrouw die abortus gepleegd had ‘dat ze van de trappen was gevallen’. Een ‘spontane abortus’ wordt ook wel een miskraam genoemd. Het WNT stelt echter dat in de beschaafde spreektaal deze term het best vermeden kan worden. Tegenwoordig wordt abortus te veel geassocieerd met illegale operaties en opteert men voor nieuwe eufemismen. De Amerikaanse juridische term is ‘criminal (of: illegal) operation’. Ook Britse kranten probeerden lange tijd het woord te vermijden door te kiezen voor een omzeilende omschrijving zoals ‘therapeutic interruption of pregnancy’ (een uitdrukking die ook bij ons in zwang is geraakt, zie: therapeutische* stopzetting van ongewenste zwangerschap) of een eerder cryptische zoals ‘producing a certain state’. Een dergelijke vaagheid vinden we ook terug in onze hedendaagse aanduiding ‘het laten weghalen*. Eveneens verhullend is overtijdbehandeling*.

Bij het woord ‘aborteuse’ dacht je vroeger spontaan aan een vrouw die met breinaalden aan de slag ging. Daarom sprak men liever eufemistisch over een engeltjesmaker (-maakster)*.

De naam Juniperus... geeft te kennen, dat men het kruid van den Sevenboom gebruikte om bij ongehuwde vrouwen abortus op te wekken.

C.A.J.A. Oudemans: De Flora van Nederland. 1874, geciteerd in WNT

Van der Waard had een jaar of tien geleden een praktijk gehad in Den Haag, was betrokken geworden in een abortus-provocatus-affaire en had de benen genomen naar de Oost.

Jan de Hartog: Gods Geuzen. 1947-49

< >