Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

vlees

betekenis & definitie

vlees - 1°. Al dan niet met de toevoeging zondig ter omschrijving van: erotische gevoelens.

Deze bet. ontstaat uit de bijbelse betekenis ‘lichaam als zetel der zondige begeerten’ (zie WNT XXI, 1623 volg.). Voelt gy het zondig vlees of sijn onguure lasten? Gaet kant’ er tegens aen, en geeft u om te vasten, CATS 3, 67b [1659].2°. Mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel; schertsend ook: vlees zonder beentjes (vgl. (derde) been, vinger (zonder nagel)). Dat wy ongetwyfelt in ‘t kort vry wat overgewonnen zouden hebben, want myn vlees wierd redelyk wel gezogt (een arm meisje dat zich prostitueert spreekt, H.). De Openhertige Juffrouw 1, 78 [± 1769]. L. 83 [1967].

Het meisje..., dat zo dol was op vlees zonder beentjes, Sch. P. [1970].

Hierbij: vleesboom, penis: vleeshuis, vleespotje, vagina. Dal dat vleeschuys vanden meyskens op ghinc, St. 2. 155 [vóór 1524].

Weer liet ze haar kut over zijn vleesboom glijden en steunde zich met haar handen op het bed, Porno 16, 24 [1975]Je vingers zijn goed nat ...Ik heb een lekker vleespotje, vind je niet, Rosie 69, 58 [1975]. en: vleesnat, sperma. Den Doctor ... heeft haer geholpen met een sachte insinuerende Clysteer, en wat vleys-nat, 11. DOEDYNS, Haegsche Mercur. 24 aug. 1697.4.