Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

sleutel

betekenis & definitie

sleutel - mannelijk lid (zie slot ‘vagina’). 't Slot is qualijck te bewaren daer elck den sleutel van heeft, CATS, Spiegel io6a(ed. 1632).

Sleutel in het gat, Sch. P. 53 [1970]. slijpen, in de jeugdtaal: dicht tegen elkaar aan dansen.

Vroeger in het Rotterdams: neuken. slijpen, zijn mes -, coïre, met nadruk op de rol van de man, terwijl de vrouw metaforisch met het slijpbord wordt aangeduid (vgl. mes), 'k Sal mijn mes terwijl eens slijpen, En het slijpbort met een soen Nederleggen, Amst. Sonne-schyn, B r° [1639].