kaars - mann. lid (vgl. o.a. paal, pen, potlood). So niet ik sweer by al de Wormen, Daer sich mijn kaers in gaet Hervormen, s.
VAN RUSTING. Werken 1,173 [2e h. 17e e.].Hierbij: kaarsesnuiter, gebezigd voor iem. die masturbeert (Aant. GEZELLE).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: