Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

hip

betekenis & definitie

hip - 1°. Bezoeker van een hoerenhuis.

2°. Prostituee, snol.

Wrsch. moet voor beide bet. worden uitgegaan van een bet.: ‘op en neer gaande, hippende beweging’. Om de twee of drie avonden, eene hip op me huis, waarlijk Mortje, het ziet er hesjouge uit (in een hoerhuis dat geen nering heeft). Manuscript van een Zeeman [± 1845].