Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Wegverkeer

betekenis & definitie

Bij het wegverkeer wordt op zeer verschillende wijzen van de weg gebruik gemaakt. Er zijn nog grote gebieden waar men slechts dragers, lastdieren of karren gebruikt.

In de twintigste eeuw heeft intussen het motorische vervoer een groot deel van de wereld veroverd. In 1885 werd de auto uitgevonden; in 1928 waren er 29,6 mill. auto’s in de wereld; in 1939 42,8 mill. en een jaar later 44,6 mill.

Voor 1949 is het aantal auto’s berekend op 57 502 898 . De groei na de oorlog berust op vier factoren: herstel van de lopende-bandproductie, toeneming van banden- en onderdelenproductie, overgang van legerauto’s naar civiel gebruik en het in gebruik blijven van verouderde wagens.Amerika, speciaal de Ver. St., staat wat het aantal auto’s betreft verre vooraan. In Europa staat de Sovjetunie, wat het aantal auto’s betreft, aan de kop met drie mill.; daarna volgen Engeland en Frankrijk met 2,7 en 1,6 mill. De ouderdom van de wagens is na de oorlog vrij hoog geworden. In bijna alle landen is 40 à 50% van het park ouder dan negen jaar.

De Amerikaanse autofabrieken hebben reeds over de 100 mill. auto’s gebouwd. Op 14 Augustus 1948 verliet ‘ergens in Amerika’ deze 100 000 000ste wagen de lopende band . Men neemt aan dat binnen enkele jaren de productiemogelijkheid der wereld-auto-industrie 7 mill. wagens per jaar zal zijn. Intussen moeten alleen in de Ver. St. al 9 mill. wagens vervangen worden, terwijl daar 2 mill. nieuwe wagens nodig zijn. In de rest van de wereld moeten minstens 2 mill. auto’s vervangen worden en daar zijn 1 mill. nieuwe wagens nodig. Er zijn dus op de wereld 14 mill. wagens direct nodig.

De wereldindustrie heeft minstens twee jaar nodig om dit tekort aan te vullen. En op dat ogenblik zullen dan weer 3 mill. auto’s vervangen moeten worden.

Van de 57,5 mill. auto’s in 1949 zijn er 42,6 mill. personenwagens, 14,4 mill. vrachtauto’s en nog geen ½ mill. autobussen. In Amerika wordt de autobus, die in Europa hoofdzakelijk in de stad en in de omgeving daarvan gebruikt wordt, over grote afstanden met succes geëxploiteerd. Na de oorlog zijn ook in Europa enkele internationale busverbindingen geopend.

Vrachtauto's worden gebruikt voor beroepsvervoer en eigen vervoer. Naar het aantal overheerst in het algemeen het eigen vervoer. In Engeland beschikte het eigen vervoer voor de oorlog over 73% van de vrachtauto’s; in Zwitserland over 76%; in Duitsland over 77% en in de Ver. St.

over 86%. De prestaties van het beroepsvervoer zijn echter veelal groter dan die van het eigen vervoer, doordat het beroepsvervoer met grotere auto’s over grotere afstanden vervoert. Bij een uitvoerig onderzoek is gebleken, dat de vrachtauto, indien deze voor het eigen vervoer gebruikt wordt, over bepaalde takken van nijverheid vrij regelmatig verdeeld is. Het meeste wordt de auto gebruikt in de land- en tuinbouw. Dan volgen de bouwnijverheid, de handel, de petroleumindustrie, de chemische industrie, de textielnijverheid, de houthandel en de metaalnijverheid. Sommige Amerikaanse ondernemingen hebben enorme wagenparken.

De Bell Telephone Company beschikte in 1939 over ruim 16 000 vrachtauto’s en 5000 personenwagens; de Standard Oil of New Jersey over 12 000 vrachtauto’s en 4000 personenwagens. Dit zijn echter uitzonderingen. Het overgrote deel van de eigen vervoerders heeft slechts één auto. Per jaar wordt een gemiddelde van 20 00030 000 km afgelegd. Bij een internationaal onderzoek bleek, dat de grens lag tussen 8300 en 55 000 km.

Tabel 2. Productiecijfers motorrijtuigen in de Ver. St.

jaar personenauto’s vrachtauto’s en autobussen

1900 4 192
1910 181 000 6 000
1920 1 905 560 321 789
1930 2 784 745 571 241
1940 3 717 385 754 901
1941 3 779 682 1 060 820
1942 222 862 818 662
1943 139 699 689
1944 610 737 524
1945 69 532 655 683
1946 2 148 699 940 851
1947 3 558 178 1 239 642
1948 3 893 077 (>/2jaar) 712 437

Evenals in Nederland bezit ook in andere landen de beroepsvervoerder gemiddeld slechts weinig auto’s. Het kleine middenstandsbedrijf overheerst hier verre, wat ten gevolge heeft, dat deze bedrijfstak moeilijk te organiseren en te controleren is.